Romanus en Blondina
[Arch. nr. L0952-03]



1
liefde heeft toch wond're krachten
zij gaat boven geld en goed
die de liefde niet en achten
en heeft geen oprecht gemoed

2
ik heb hier een zaak beschreven
hoe Romanus en Blondien
die nog beiden zijn in 't leven
droegen tot elkaar veel min

3
zij zijn alle twee geboren
te Amiens in 't franse rijk
Romanus schoon uitverkoren
men vond nergens zijns gelijk

4
die Blondina kwam beminnen
uit een puur oprecht gemoed
maar 't was tegen d' ouders zinnen
want hij was van minder goed

5
Blondina was rijk en machtig
en daarbij een enig kind
schoon en edel van geslachte
en Romanus haren vriend

6
kwam dikwijls om haar te spreken
maar haar vader boos van kop
heeft hem van de deur gesteken
en Blondien gesloten op

7
daar zat zij enige weken
in verdriet en in geween
niemand en mocht haar daar spreken
als haar kamenier alleen

8
zij heeft dan een brief geschreven
en sprak tot haar kamenier
wil deez' aan Romanus geven
ach doe mij toch dit plezier

9
deze sprak wel edel vrouwe
ik zal u wezen getrouw
heb daarin een goed betrouwen
en zij heeft den brief al gauw

10
aan Romanus dan gegeven
maar als hij den brief doorzag
die Blondina had geschreven
riep hij uit wat wrede slag

11
Romanus zonder verzeren
die is met een kort besluit
's nachts gekomen met een lere
en haalt haar de venster uit

12
hij omhelsde zijn Blondien
zij sprak ach lieve Romaan
hoe zullen wij 't nu verzinnen
om samen uit de stad te gaan

13
hij sprak lief en wil niet beven
en heeft haar met alle vlijt
van zijn kleren wat gegeven
zij kleedde haar in mans habijt

14
zij zijn t' Amsterdam gekomen
waar zij na veel druk en wee
haast hebben een schip genomen
daarmee staken zij in zee

15
als men was in zee gestoken
een onweder vol gevaar
deed de mast en zeilen breken
ieder maakte een groot misbaar

16
men hoorde den donder klett'ren
't anker werpen gaf geen baat
't Schip scheen haast vaneen te plett'ren
daar en hielp geen goede raad

17
't meestendeel is daar verdronken
in Neptunus' plas versmacht
in de woeste zee gezonken
maar Romanus door gods kracht

18
en Blondina vol benauwen
riep Maria om bijstand
zij dreven vol druk en rouwe
na twee dagen weer aan land

19
god had hun wel willen sparen
van de droeve en bange dood
maar zij waren vol bezwaren
door de flauwte en hongersnood

20
zij gingen van deur tot deure
bedelen om een stukske brood
maar Blondina wil bespeuren
kwam helaas in barensnood

21
in een arme boerenschure
baarde zij twee zoontjes zoet
ach deez' arme kreature
was daar zonder geld of goed

22
Romanus vol druk en rouwe
sprak wat zal ik nu gaan doen
om u 't leven te behouden
en ons kinders bei te voên

23
zij sprak ach maak geen verzere
'k hope god zal ons bijstaan
wij zullen ons stappen keren
om naar 't vaderland te gaan

24
zij kwamen in korte dagen
in Amiens waar bovendien
z' in een herberg gingen vragen
of nog leefden zulke liên

25
de weerd sprak zij zijn in 't leven
maar zijn in druk en wee
want hun kind is dood gebleven
met haar minnaar op de zee

26
geheel het huis is in de rouwe
't is vandaag hun uitvaartdienst
Romanus en de jonkvrouwe
schrikten fel op 't onvoorziens

27
haar ouders hadden gekregen
enen brief op 't zelfde pas
dat hun kind was doodgebleven
op Neptunus' waterplas

28
daar stond in den brief geschreven
dat het schip met al het volk
in den storm was gebleven
en gezonken in den kolk

29
als zij dit hadden vernomen
zijn zij naar de kerk gegaan
zij zagen haar ouders komen
met hun ogen vol getraan

30
hunne smart was droef om ziene
maar als 't uitvaart was gedaan
is Romanus met blondine
achter hen naar huis gegaan

31
zij ging bellen aan de deure
met haar beide kinders zoet
een bediende die kwam veure
blondine vraagde met spoed

32
naar mijnheer en naar mevrouwe
maar den knecht die sprak met spijt
geheel het huis is in den rouwe
daar is nu voorwaar geen tijd

33
blondine sprak hoor mijn bede
geef mevrouw dit halssieraad
den knecht is binnen getreden
voor geheel den ed'len staat

34
de moeder met het hart vol rouwe
riep wenend wat wrede straf
mijn kind zal ik nooit meer aanschouwen
ach de zee is thans haar graf

35
zij kwam voren nog in wenen
om die mensen eens te zien
maar Blondina viel met enen
met Romanus op de knieën

36
als de moeder zag Blondina
viel zij neder in onmacht
den vader vol liefde en minne
riep o heil o schone dag

37
kinders lief wilt niet meer beven
staakt uw droefheid en getraan
alles is u thans vergeven
alles wat gij hebt misdaan

38
en in plaats van den rouwe
hield men lustig bruiloftsfeest
ja men liet hun samen trouwen
elk verheugde zich om 't meest

39
ouders wilt dit lied bewaren
en ziet nooit naar geld of goed
als uw kinders willen paren
uit een zuiver recht gemoed

40
al die zonder liefde trouwen
't is nooit een goed huwelijk
door de min kan man en vrouwe
eens bekomen 't hemelrijk

In 1982 gezongen door Anna Rentiëns te Ulicoten. Omdat de melodie vierregelig is, heb ik de achtregelige coupletten uit Anna's liedschrift hier vierregelig weergegeven. Het lied was zeer populair, zodat ik het naast deze Ulicootse versie nog meerdere keren heb kunnen vastleggen (in Prinsenbeek, Boekel, Neer, Tilburg, Valkenswaard, Luyksgestel, Boekel en drie keer op een vliegend blad). Een tekstversie uit Diessen gaf ik samen met de melodie uit Luyksgestel al eerder in mijn Liederen en dansen uit de Kempen (blz. 153). De meeste versies zijn achtregelig en blijken van een op straten en pleinen verkocht vliegend blad te zijn overgenomen.
Wouters en Moormann geven in hun Het straatlied, deel 1, Amsterdam 1933) een gelijkluidende versie. Een minder uitvoerige versie van dit minnelied (24 strofen) vond ik in Oudkempische volksliederen en dansen van Theophiel Peeters (1952, blz. 59). Opvallend is, dat hier de coupletten vierregelig zijn en dat de melodie aan de onze verwant is. Jan Bols noteerde enkel de melodie van het lied in zijn Wereldlijke Volksliederen, deel 1 (Brussel 1949, blz. 114) en Jos Rogiers nam de tekst van dit lied op in zijn Oude liedjes (Asse 1984, blz. 77).

Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk